Voedselbossen: de basics

Wat is een voedselbos?

Een voedselbos is een door mensen ontworpen ecosysteem naar het voorbeeld van een natuurlijk bos. Het voedselbos staat vol met soorten waarvan delen (denk aan vruchten, zaden, bladeren, stengels, etc.) eetbaar of op een andere manier nuttig zijn. Niet alle planten in een voedselbos moeten dus per se eetbaar zijn. Naast fruit, groenten, sappen, kruiden, specerijen, noten, paddenstoelen en honing kun je ook nog denken aan zeep, vlechtwerk, palen en stokken en verfplanten. Of bijvoorbeeld beplanting die fijn is om erbij te hebben omdat ze insecten lokken.

Hoe ziet een voedselbos eruit?

Een voedselbos bestaat uit verschillende vegetatielagen, zoals kruinbomen, lagere bomen, struiken, kruiden, bodembedekkers, ondergrondse gewassen en klimplanten. Diversiteit is in een voedselbos belangrijk omdat dit het voedselbossysteem veerkrachtig maakt. In totaal moet je denken aan 100 tot 200 verschillende soorten, maar het kunnen er ook 500 zijn. Dit hangt af van de grootte van het voedselbos en natuurlijk van je budget. Hoe meer soorten er door elkaar staan, hoe veerkrachtiger het ecosysteem wordt. Dit heeft er vooral mee te maken dat verschillende soorten meestal niet voor dezelfde plagen en ziektes vatbaar zijn.

Waarom zou je een voedselbos willen?

Een voedselbos heeft eigenlijk alleen maar voordelen, allereerst natuurlijk in de vorm van oogst en genietmomentjes. Daarnaast draagt een voedselbos bij aan een gezonde bodem, meer biodiversiteit, CO2-binding, schone lucht en waterregulering. Wat dat laatste betreft heb je zowel minder last van droogte als een groter vermogen om grote hoeveelheden regen op te vangen. Mocht je je hier meer in willen verdiepen, klik dan op de linkjes.

Hoe komt een voedselbos tot stand?

Als je een voedselbos gaat starten, is het allereerst handig als je weet wat successie is. Namelijk het natuurlijke groeiproces van een kaal stuk grond naar een volgroeid bos. Op een kale akker komen bijvoorbeeld vanzelf ruigtekruiden en andere pioniersplanten op. Deze pioniersplanten zorgen voor omstandigheden die het na verloop van tijd voor andere planten ook aantrekkelijk maakt om er te groeien. Ook de nieuwe planten zorgen na een tijdje voor veranderende omstandigheden, waardoor pioniersplanten vanzelf weer verdwijnen. Dit schept ruimte voor andere planten om zich vestigen. Op deze manier blijft de successie doorgaan totdat je bij het eindstadium bent: een volgroeid bos in de climaxfase.

Natuurlijke successie vindt alleen plaats als de natuur haar gang kan gaan. Als mensen niets zouden doen, zouden er in een gematigd klimaat als het onze vanzelf overal bossen ontstaan. Bij een voedselbos gebruiken we trucjes om de natuurlijke processen te versnellen én kiezen we zelf de beplanting uit (want we willen nuttige en eetbare planten en bomen). De mens komt er hierbij dus wel aan te pas, maar het uitgangspunt blijft dat we dit zo minimaal mogelijk doen.

Vanaf welke grootte mag het een voedselbos heten?

Een voedselbos is minimaal een halve hectare (5.000 vierkante meter) groot. Als het kleiner is, spreek ik zelf altijd van een ‘bostuin’, ‘oogsttuin’ of ‘pluktuin’. Waarom dit onderscheid tussen voedselbossen en oogsttuinen? Vanaf een halve hectare kan er voldoende veerkracht ontstaan om het ecosysteem in balans te houden. Is jouw stuk land kleiner? Dan zal het vaker nodig zijn om in te grijpen. Bijvoorbeeld om te voorkomen dat een invasieve soort de boel overwoekert. Of door voedingsstoffen van buitenaf aan te voeren, zoals mulch, compost of lavameel.

Andere voedselbossen bekijken?

Op deze site vind je veel mooie voorbeelden van voedselbossen. Of kijk bijvoorbeeld eens de prachtige documentaire Biggest Little Farm.

Heb je interesse in een voedselbos of een oogsttuin? Neem gerust contact op om jouw situatie voor te leggen. Ik denk graag vrijblijvend met je mee.