Bodemkwaliteit: wat moet je weten

Een gezond bos begint bij een gezonde bodem. Daarom loont het de moeite om te weten wat de bodemkwaliteit is van jouw toekomstige oogsttuin of voedselbos. Dit kun je laten doen via een bodemonderzoek (is duur, maar wel volledig en duidelijk), door zelf te observeren en door de voorgeschiedenis te kennen. In dit artikel vertel ik je er graag meer over.

Tips voor observeren

Bij het observeren kijk je bijvoorbeeld naar de opbouw, structuur en samenstelling van de bodem:

  • Hoe veel bodemleven kom je tegen? Hoe veel wortels zitten er in de bodem? Voor beide geldt: hoe meer, hoe beter.
  • Hoe snel neemt de bodem water op? Zandgrond is doorlatend, een kleigrond houdt het water vast. Dat betekent dat je op een zandgrond sneller last hebt van droogte, terwijl je bij een kleigrond sneller last hebt van wateroverlast.
  • Welke planten komen uit zichzelf op? Deze planten geven je handige informatie. Ze vertellen je namelijk dat de grondsoort en de bodemomstandigheden aansluiten bij hun voorkeuren. Zie bijvoorbeeld berken? Dan heb je waarschijnlijk te maken met droog zand, terwijl populieren en wilgen juist van een natte grond houden.

Het verleden beïnvloedt de bodemkwaliteit

Wat is de geschiedenis van de grond? Op een voormalige paardenweide of landbouwgrond is de grond vrijwel altijd verdicht geraakt, omdat de grond jarenlang is aangestampt door paarden of trekkers. Dit is belangrijk om te weten, want verdichte grond kan wortelgroei vertragen en beperken. In zo’n geval is het slimmer om eerst de grond losser te maken en/of de bodem te verbeteren, en pas daarna de planten voor je voedselbos te kopen.

Je kunt ook te maken hebben met bodemverontreiniging. Ook dat is natuurlijk relevant om te weten, want dit kan de bodem verstoren, de plantgroei vertragen en zelfs ronduit ongezond zijn als je wilt oogsten. Let hier dus op als je een stuk grond koopt, want vervuiling is in Nederland helaas geen uitzondering. Volgens Milieu Centraal zijn er ongeveer 250.000 locaties in Nederland waar de bodem mogelijk ernstig vervuild is. Op de site atlasleefomgeving.nl/kaarten kun je inzoomen op je adres. Door in het filter kaarten aan en uit te klikken, kun je precies zien wat er bekend is over de bodemgesteldheid, met welke risico’s je te maken hebt als het gaat om klimaatverandering, en nog veel meer.

Niet alle planten groeien op alle grondsoort(en)

Goed om te weten: verschillende planten hebben verschillende voorkeuren. De ene plant houdt van arme grond, de andere van humusrijke grond. De ene gedijt op goed doorlatende zandgrond. De andere plant op vochtvasthoudende kleigrond. Laat daarom de bodemeigenschappen altijd meewegen in je plantkeuze.

Hoe zuur is de grond?

De zuurgraad van de grond wordt uitgedrukt in pH. De meeste planten zijn gelukkig in een bodem met een pH tussen de 5.5 en 7.0. Een zure grond (vaak zand) heeft een lagere pH-waarde, en een basische grond (vaak klei) een hogere pH-waarde. Voorbeelden van eetbare planten die een zure bodem verdragen: blauwe bes, cranberry, bergthee, aardbeiboom, den, taxus, lijsterbes, meelbes, en elsbes. Voorbeelden van planten die een basische bodem verdragen: erwtenstruik, judasboom, gele kornoelje, hazelaar, beuk en jeneverbes. Voorbeelden van eetbare planten die overal wel tegen kunnen: taxus, lijsterbes, meelbes, elsbes, meidoorn.

Hoe nat is de grond?

Hoe minder doorlatend de bodemtextuur is, hoe natter de bodem vaak is. Zware klei is het minst doorlaatbaar. Op plekken met zware klei kan de bodem zeer drassing zijn, vooral in de winter. Zandgrond is het meest doorlaatbaar. Het nadeel van een zandgrond is dat planten snel te droog staan in de zomer. Leem, silt en zavel zitten qua textuur ergens tussen klei en zand in.

De vochtigheid van de bodem hangt trouwens niet alleen af van de bodemtextuur, maar ook van de grondwaterstand, eventuele hoogteverschillen en/of de aanwezigheid van een waterbron. Sommige bomen overleven alleen als ze zeer vochtig staan; andere planten kunnen absoluut geen natte voeten hebben.

Vind je het fijn als er iemand met je meekijkt? Neem gerust contact op. Ik denk graag met je mee.